Duurzaam Geluk en Complexiteit
Emil Bock: ‘Tegenover het kwade staat niet het goede, maar een ander kwaad’.
Sinds de industrialisatie is de specialisatie van arbeid in een stroomversnelling gekomen. Deze specialisatie heeft de efficiëntie verhoogd en daarmee de economische groei versterkt. Aanvankelijk leidt specialisatie tot een verhoging van de efficiëntie en is een complexere samenleving productiever. Des te complexer de samenleving, des te meer organisatie er nodig is, waardoor de productiviteit op een gegeven moment niet meer toeneemt. Ook kan een complexe samenleving moeilijk zijn voor individuen, aangezien de vele keuzemogelijkheden kunnen leiden tot onzekerheid en daardoor tot een afname van toewijding aan doelen, waardoor het voor mensen lastiger is om een zinvol leven te ontwikkelen. Staat onze complexe samenleving een duurzame en gelukkige toekomst in de weg?
Veerkrachtige samenleving
Volgens Tainter (1988) neemt de onderlinge afhankelijkheid en daarmee de kwetsbaarheid van het gehele systeem toe naarmate steeds meer bedrijven en landen zich gaan specialiseren. Om het steeds ingewikkelder wordende systeem gaande te houden is steeds meer organisatie nodig, waardoor de al grote complexiteit verder toeneemt (Van Egmond, 2010). Volgens Van Egmond is het van belang om de samenleving gericht eenvoudiger te maken, waardoor de veerkracht van het systeem weer kan toenemen. De toenemende complexiteit komt op alle maatschappelijke deelterreinen tot uiting, waaronder de marktsector, maar in mindere mate ook de overheid (regelgeving en verwetenschappelijking van de besluitvorming). De kredietcrisis is een duidelijk voorbeeld van een uit de hand gelopen complexiteit, doordat de financiële wereld en de commerciële dienstverlening niet in staat waren de complexiteit beheersbaar te houden. Verschillende banken konden de reikwijdte van hun eigen producten niet meer overzien en weten op het hoogste niveau niet meer waar hun geld vandaan komt en waar het naartoe gaat (Smit, 2008).
Van Egmond maakt een parallel met de val van het Romeinse Rijk. Net als het Romeinse rijk heeft het Westen in de modernistische periode van kolonialisme en globalisering kunnen beschikken over grondstoffen van ver buiten de eigen grenzen. In deze tijd van overvloed is een complexe samenleving ontstaan, die te weinig veerkrachtig is in minder overvloedige tijden. Het Oost-Romeinse Rijk heeft nog eeuwenlang door kunnen bestaan door de samenleving flink te vereenvoudigen. Zo werd het beroepsleger veel eenvoudiger en kregen boeren wapens om het Rijk te kunnen verdedigen.
Juiste doelen stellen
De keuzes die wij tegenwoordig kunnen maken, hebben onze persoonlijke vrijheid enorm vergroot, iets wat honderd jaar geleden nog ondenkbaar was. Maar de onvermijdelijke consequentie van veel aantrekkelijke keuzes is onzekerheid: welk pad zal ik nemen…? En die onzekerheid doet weer afbreuk aan de vastberadenheid, wat op zijn beurt weer leidt tot een waardevermindering van de keuze. Vrijheid is daarom niet noodzakelijk bevorderlijk voor de ontwikkeling van een zinvol leven, integendeel. Als de regels van een spel te soepel zijn, gaat dat ten koste van de concentratie en wordt het lastiger om in een flow (prettige ervaring) te komen. Toewijding aan een doel en de regels die het met zich meebrengt, is veel makkelijker wanneer de keuze beperkt en duidelijk is. Volgens Csikszentmihalyi (1990) kan een mens in flow komen, wanneer deze de juiste doelen stelt, namelijk niet te moeilijk en niet te gemakkelijk. Om in deze flow te komen is het ook belangrijk dat je vastberaden kiest voor een doel en daar zo veel mogelijk energie in steekt. Degenen die zich volledig hebben ingezet voor hun ideaal, land of kunst, pijn en mislukkingen ten spijt, hebben de gelegenheid gehad van hun leven een flow-ervaring te maken: een doelgerichte, geconcentreerde, innerlijk coherente, logisch gestructureerde reeks ervaringen die, vanwege zijn intrinsieke orde, zinvol was en ruimte bood voor genot. Maar als een cultuur complexer wordt, wordt het ook steeds moeilijker deze mate van volledige beslistheid te bereiken. Er zijn simpelweg te veel doelen die om voorrang strijden, en de vele keuzemogelijkheden zorgen voor een afname van de toewijding voor welk doel dan ook. De complexiteit en vrijheid waarin wij geboren werden en waarvoor onze voorouders zo hard hebben gevochten, vormen een uitdaging die wij moeilijk kunnen negeren. Maar als wij die uitdaging negeren, lopen we het risico onze energie te verspillen aan tegenstrijdige, zinloze doelen.
Veel mensen kunnen een ultiem (overkoepelend) doel vinden dat hun alledaagse bezigheden rechtvaardigt, een doel dat als een magneet werkt op hun geestelijke energie, een doel waarvan alle kleinere doelen afhankelijk zijn. Dit doel zal bepalend zijn voor de uitdagingen die iemand moet aangaan om zijn of haar leven in een flow-activiteit te veranderen. Zonder zo’n doel zal zelfs het meest georganiseerde bewustzijn onzinnig zijn. Ultieme doelen moeten volgens Hannah Arendt (1958) de mens in het reine brengen met zijn sterfelijkheid: de mens moet een doel hebben dat zijn vergankelijkheid overstijgt.
Duurzaamheid als ultiem doel
Een ultiem doel kan duurzaamheid zijn. In deze complexe maatschappij kan het hebben van een duurzaam perspectief ervoor zorgen dat je handelen coherent en zinnig wordt en zodanig kan je van je leven een flow-ervaring maken. Het probleem is wel dat duurzaam gedrag vaak ook erg complex is, waardoor de vastberadenheid om duurzame doelen te bereiken stevig op de proef wordt gesteld. Zelfs iets kleins en simpels als een katoenen luier is bij nader inzien al te complex voor goede bedoelingen. Katoenen luiers lijken duurzaam, maar een nadere levencyclusanalyse leert dat ze (inclusief de bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden voor de katoenteelt en inclusief het reinigen) een grotere aanslag op het milieu vormen dan de vermaledijde wegwerpluiers (Swierstra en Tonkens, 2011). Echter het benadrukken van de positieve psychologische gevolgen van het hebben van een ultiem doel, kan ervoor zorgen dat een duurzaam leven voor meer mensen aantrekkelijk wordt.
Meer eenvoud goed voor samenleving en individu
Complexiteit is niet slecht, maar te veel complexiteit wel. Onze maatschappij wordt steeds complexer en daardoor zijn we misschien wel aan de toppen van onze productiecapaciteit gekomen. Deze complexiteit zorgt ook voor een verminderde veerkracht, waardoor we van de ene crisis in de andere rollen. Ook op het individuele vlak is meer en meer complexiteit discutabel. Van belang is om het debat met elkaar aan te gaan over de voor- en nadelen van een complexe samenleving en zonodig stappen te nemen die voor meer eenvoud zorgen. Let wel: te veel eenvoud heeft ook zo zijn nadelen.