All posts by admin

Duurzaam Geluk en Maslow!

We leven in een bewogen tijd, welke zowel kansen als bedreigingen kent. Door een combinatie van wetenschap en kapitalisme is de planeet nog nooit zo bevolkt geweest als nu, bijna zeven miljard mensen. Ook zijn er nu relatief minder oorlogen dan 50 jaar geleden. Veel mensen leven in rijkdom. Echter ook een groot gedeelte van de wereldbevolking leeft in armoede en lijdt honger. Het hoge Westerse welvaartsniveau heeft ook een keerzijde, de planeet raakt langzaam uitgeput. Klimatologisch onderzoek toont aan dat door de hoge hoeveelheid CO2 in de lucht wereldwijd de temperatuur zou kunnen gaan stijgen de komende eeuw. Over of de temperatuur zal gaan stijgen en hoe groot die temperatuurstijging dan zal zijn is nog geen overeenstemming bereikt, maar de data wijzen wel de kant op van een dreigende klimaatcrisis (Intergovernmental Panel on Climate Change-rapport 2007). In een hoog tempo verbruiken we onze niet herwinbare grondstoffen, zoals olie, gas en kolen. Er zijn vele voorspellingen dat deze grondstoffen over enkele decennia uitgeput zijn en een energiecrisis dreigt. De laatste jaren zijn we geconfronteerd met een kredietcrisis, dat zich als een olievlek over de wereld verspreid heeft. Banken hebben massaal kredieten verleend aan consumenten, die deze kredieten niet konden terugbetalen. De oorzaak wordt vooral gezocht in de bonussen die de bankiers wordt uitbetaald. Door deze bonussen nemen de bankiers grote risico’s om hun bonussen binnen te halen met als gevolg dat vele mensen een krediet (vooral hypotheken) hebben gekregen, die ze helemaal niet konden betalen.

Vooral voor de energiecrisis en de klimaatcrisis worden vrijwel alleen technische oplossingen gezocht en wordt er weinig gekeken naar maatregelen om gedrag (op een vrijwillige basis) te veranderen. Een voorbeeld kan laten zien dat sociale en technische oplossingen hand in hand moeten gaan om werkelijk de energiecrisis en de klimaatcrisis op te lossen. In de loop der jaren werden auto’s steeds zuiniger en dus per gereden kilometer minder milieubelastend. Door deze technische vooruitgang werden auto’s goedkoper in gebruik, waardoor meer mensen in staat waren om een auto aan te schaffen (Van der Vinne, 2007). Hierdoor werden er absoluut gezien meer kilometers gereden en mensen gingen ook steeds verder van hun werk wonen, door de flexibelere arbeidsmarkt en de emancipatie van de vrouw. De zuinigere auto’s leidde uiteindelijk dus tot meer verbruik van brandstoffen.

De klimaatcrisis, de energiecrisis en ook de kredietcrisis kunnen worden gezien als een sociaal dilemma. Een sociaal dilemma is door Messick en Brewer (1983) gedefinieerd als situaties waarin collectieve consequenties van redelijke individuele keuzes een ramp zijn. Het klimaatprobleem is alleen op te lossen door gezamenlijke acties, want voor individuen is het voordeliger om geen rekening te houden met het CO2 uitstoot aangezien de eigen (kleine) bijdrage geen significante invloed heeft op de totale uitstoot van CO2. Echter als alle individuen zo denken, dan zullen we zeer waarschijnlijk in de toekomst last krijgen van de gevolgen van de klimaatcrisis. Uit onderzoek van Dawes, Van de Kragt’a0 en Orbell (1988) blijkt dat mensen meer bijdragen aan het algemeen belang als ze met elkaar communiceren dan wanneer er geen communicatie plaatsvindt. Communiceren over bijvoorbeeld de mogelijke gevolgen van een veranderend klimaat kan er voor zorgen dat mensen inzien dat het voor het algemeen belang voordeliger is om op tijd maatregelen te nemen, dan het gewoon er gewoon bij te laten zitten.

Aan de basis van de klimaatcrisis, de energiecrisis en de kredietcrisis ligt de hoge consumptiedrang van de Westerse mens (Stern, 2007). Als we maar genoeg blijven consumeren dan komt het allemaal wel goed, lijkt de heersende gedachte te zijn. In een tsunami van reclame die ons dagelijks wordt voorgeschoteld, lijkt het dat wanneer je maar genoeg materie verzamelt, je vanzelf gelukkig blijft of wordt. Richard Layard (2005) haalt in zijn boek ‘happiness’ onderzoek aan waarin wordt aangetoond dat de mensen in Amerika, Groot-Brittanni’eb en Japan de laatste 50 jaar niet gelukkiger zijn geworden, terwijl de gemiddelde inkomens meer dan verdubbeld zijn in deze periode. In grafiek 1 is te zien dat wanneer landen een bepaalde rijkdom bereikt hebben (kantelpunt ongeveer bij 20.000 dollar) dat eenzelfde hoeveelheid extra geld niet meer leidt tot meer geluk. Onder dit kantelpunt is extra geld dus wel erg belangrijk voor geluk. Maar Nederlanders hadden in 2009 gemiddeld 48.222 dollar te besteden (Internationaal Monetair Fonds, 2009). Dat is ruimschoots boven het kantelpunt. Onze politiek draait nog wel hoofdzakelijk om de economie. Waar zijn we dan eigenlijk mee bezig? We worden steeds rijker, maar wat is dan het doel? Is rijk worden het doel op zich?

Het lijkt er op dat we de laatste decennia ruimschoots in onze basisbehoeften zijn voorzien. In figuur 1 is de Piramide van Maslow te zien. Onze samenleving richt zich nog steeds op de onderste lagen van de piramide. We zouden ons meer bezig moeten houden met hoger liggende facetten, waardoor we beter voldoen aan onze eigen behoeften en ons consumptieniveau kunnen inperken. Zelfontplooiing is een bezigheid dat niet gauw te vervullen is met simpelweg het aanschaffen van consumptieartikelen. Wanneer we inzien dat onze samenleving anders is dan 50 jaar geleden en we de luxe hebben om ons meer bezig te gaan houden met ‘hogere’ behoeften, dan slaan we twee vliegen in één klap. We kunnen ons geluksniveau verhogen en deze verandering kan een bijdrage zijn in de verbetering van de situatie van de klimaatcrisis, de energiecrisis en de kredietcrisis. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen niet goed weten wat hun gelukkig maakt, bijvoorbeeld inkomen boven een bepaald niveau en uiterlijk maken ons vrijwel niet gelukkiger. Mensen denken echter wel dat ze hiervan gelukkiger worden (Lyobymorsky, 2008).

 

Duurzaam Geluk

Albert Einstein: “Not everything that counts can be counted, and not everything that can be counted counts!”

(Door Michiel Hobbelt | 06 212 901 84 | michiel@duurzaamgeluk.com) 

We leven in een bewogen tijd, die zowel kansen als bedreigingen kent. Door een combinatie van wetenschap en kapitalisme is de planeet nog nooit zo bevolkt geweest als nu, bijna zeven miljard mensen. Ook zijn er nu relatief minder oorlogen dan 50 jaar geleden. Veel mensen leven in rijkdom. Echter ook een groot gedeelte van de wereldbevolking leeft in armoede en lijdt honger. Het hoge Westerse welvaartsniveau heeft ook een keerzijde, de planeet raakt langzaam uitgeput. Klimatologisch onderzoek toont aan dat door de hoge hoeveelheid CO2 in de lucht wereldwijd de temperatuur zou kunnen gaan stijgen de komende eeuw. Er is nog geen overeenstemming bereikt over of de temperatuur zal gaan stijgen en hoe groot die temperatuurstijging dan zal zijn, maar de data wijzen wel de kant op van een dreigende klimaatcrisis (Stern, 2007). In een hoog Industry_in_Zaporizhia,_2007tempo verbruiken we onze niet herwinbare grondstoffen, zoals olie, gas en kolen. Er zijn vele voorspellingen dat deze grondstoffen over enkele decennia uitgeput zijn en een energiecrisis dreigt. De uitputting van onze grondstoffen wordt vooral veroorzaakt door het hoge consumptieniveau van de Westerse mens.

Nederlanders nauwelijks gelukkiger sinds jaren 60 

Verder zijn we de laatste jaren geconfronteerd met een kredietcrisis, dat zich als een olievlek over de wereld heeft verspreid. Banken hebben massaal kredieten verleend aan consumenten, die deze kredieten niet konden terugbetalen. De oorzaak wordt vooral gezocht in de bonussen die de bankiers worden uitbetaald. Door deze bonussen nemen de bankiers grote risico’s om hun bonussen binnen te halen met als gevolg dat vele mensen een krediet (vooral hypotheken) hebben gekregen, welke ze helemaal niet konden betalen. Als klap op de vuurpijl blijkt óók nog eens dat we nauwelijks gelukkiger zijn
geworden sinds eind jaren 60 (zie figuur). De score op ons subjectieve geluk was 7,4 (op geluk-nipo-1995een schaal van 10) in 1973 en was tevens 7,4 in 2015. Terwijl de grootte van onze economie in diezelfde tijd meer dan verdubbeld is. Hoe kan het dat we ondanks de grote welvaartsgroei nauwelijks gelukkiger geworden zijn sinds eind jaren 60?

Eenzijdige focus op materie

Deze ogenschijnlijke verschillende crises hangen samen, namelijk ze zijn ontstaan doordat de mens zich de laatste eeuwen in onze beschaving te eenzijdig heeft gericht op materie en langzamerhand de immateriële waarden uit het oog is verloren (Klaas van Egmond, 2010). Volgens Van Egmond kenmerkt deze tijd zich door een tijd waarin er geen werkelijk doel op na gehouden wordt. Zonder expliciete doelstelling of sturing wordt de maatschappij door een autonoom proces voortgedreven naar de volgende crisis. Men zou ook wel kunnen zeggen dat mensen zich niet meer afvragen wat werkelijk belangrijk is in een mensenleven. Of anders gezegd: wat maakt een mens gelukkig? Deze artikel draait om de vraag of de samenleving duurzamer kan worden als mensen hun gedrag meer laten afhangen van de vraag wat hun gelukkig maakt?

Balans in waarden

Volgens Van Egmond (2010) is een samenleving duurzaam wanneer de verschillende waardeoriëntaties collectief versus het ik in balans zijn en er tevens een balans bestaat tussen de materiële en immateriële waarden. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. In de loop der jaren zijn auto’s steeds zuiniger geworden en hierdoor per gereden kilometer minder milieubelastend. Door deze technische vooruitgang werden auto’s goedkoper in eco-friendly-149801_640gebruik, waardoor meer mensen in staat waren om een auto aan te schaffen (Van der Vinne, 2007). Hierdoor werden er absoluut gezien meer kilometers gereden. Ook gingen mensen steeds verder van hun werk wonen door de flexibelere arbeidsmarkt en de emancipatie van de vrouw. De zuinigere auto leidde uiteindelijk dus tot meer verbruik van brandstoffen. Een technische vooruitgang (materie) kan dus alleen duurzaam zijn wanneer deze gepaard gaat met duurzaam gedrag (immaterie).

Gelukkig leven met minder consumptie

Geluk is een immateriële waarde. Het nadenken over immateriële waarden is belangrijk om richting te geven aan gedrag en aan een samenleving. Layard (2005) haalt in zijn boek ‘happiness’ onderzoek aan waarin wordt aangetoond dat de mensen in Amerika, Groot-Brittannië en Japan de laatste 50 jaar niet gelukkiger zijn geworden, terwijl de gemiddelde inkomens meer dan verdubbeld zijn in deze periode. Er blijkt dat rijke landen gemiddeld gelukkiger zijn dan arme landen. Echter de data suggereren dat de wet van afnemende meeropbrengsten van kracht is, des te hoger de mate van rijkdom, des te minder het gemiddelde geluk toeneemt met een toename van de rijkdom. Het draaipunt ligt tussen de US $ 10.000 en US $ 20.000 per hoofd. Verder is er goed bewijs dat we gelukkig kunnen leven met minder consumptie. Dertig jaar geleden leefden de Amerikanen en de Britten ongeveer even gelukkig met de helft aan welvaart en vandaag de dag leven de Mexicanen even gelukkig als de Amerikanen en Britten met de helft aan welvaart. Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw zijn de mensen in het Westen nauwelijks gelukkiger geworden. Hoe kan het dat wij ondanks een aanzienlijke welvaartsgroei toch niet gelukkiger zijn geworden?

Zeven kenmerken van geluk

Een onderzoek (‘World Values Survey’) van John Helliwell (2003) van de University of British Columbia waaraan 90.000 proefpersonen uit 46 landen deelnamen, kan duidelijk maken waarom wij niet gelukkiger zijn geworden. Sinds 1981 zijn er vier onderzoeken uitgevoerd. In dit onderzoek rapporteerden de proefpersonen eerst hun geluk op een handsschaal van 10 tot 100 en ze rapporteerden ook verschillende kenmerken van hun leven. Hieruit kwamen 7 kenmerken die het geluk van de proefpersonen kunnen verklaren, deze zijn: familie relaties, financiële situatie, werk, community en vrienden, gezondheid, persoonlijke vrijheid en persoonlijke waarden. Layard (2005) geeft aan dat de wetenschap en de technologische vooruitgang onze welvaart, kwaliteit van werk en gezondheid aanzienlijk vergroot hebben. Echter onze familierelaties, de verbondenheid en veiligheid van gemeenschappen en egoïstische waarden zijn achter uitgegaan. Ons geluk hangt boven alles af van de kwaliteit van onze relaties met andere mensen.

Wil je weten hoe gelukkig jij bent, doe dan een korte test. Klik hier.

Gewenning aan levensomstandigheden

Verder is een belangrijke reden waarom we niet gelukkiger zijn geworden, ondanks de aanzienlijke welvaartsgroei, het principe van habituatie. Mensen zijn erg goed in het aanpassen aan omstandigheden. Habituatie is erg belangrijk als het gaat om de aanpassing aan slechte omstandigheden. Zo kunnen we ons op den duur weer gelukkig gaan voelen als we bijvoorbeeld ons been kwijt raken. Echter het mes snijdt aan twee kanten. We passen ons ook redelijk snel aan, aan onze positieve levensomstandigheden, zoals een groot huis, een dure auto of een verre vliegreis. We moeten hier steeds meer van hebben om even gelukkig te blijven. Er zijn echter ook zaken waar we nooit helemaal aan wennen, zoals seks, vrienden, getrouwd zijn, kwaliteit en zekerheid van werk (Layard, 2005). Om gelukkig te zijn kan het van belang zijn dat mensen zich op die gedragingen richten die blijvend gelukkig maken.

Sociale vergelijking

Sociale vergelijking is ook debet aan het verminderen van onze algehele geluksniveau. Onze tevredenheid met ons inkomen wordt voor een groot deel bepaald door de vergelijking met andere mensen. De onderzoekers Solnick en Hemenway (1998) vroegen aan mensen of ze liever 50.000 dollar wilden verdienen als iedereen verder gemiddeld 25.000 dollar verdient of dat ze  liever 100.000 dollar wilden verdienen en andere mensen gemiddeld 250.000 verdienen. De meerderheid koos voor de eerste, degene waarin ze absoluut dus de helft minder verdienen, maar ten op zichten van andere het dubbele. Ditcompare-643305_640 onderzoek beschrijft het verschijnsel van ‘Keeping up with the Joneses’. Bijvoorbeeld, mensen kijken wat hun buren voor auto voor de deur hebben staan en willen dan een grotere auto dan hun buren. Ze hebben niet werkelijk de behoefte aan deze auto, maar willen gewoon niet onder doen. Dit mechanisme zorgt voor het teniet doen van het geluksgevoel van meer inkomen in het Westen. Om deze materie te kunnen bekostigen, moet er echter wel meer gewerkt worden, maar men wordt alleen maar ongelukkiger van dit vele werken. Dezelfde tijd kan namelijk niet geïnvesteerd worden in de kwaliteit van onze relaties.

Eenzijdige nadruk op materie

Habituatie en het sociaal vergelijken (de ratrace) hebben er onder andere voor gezorgd dat we niet gelukkiger zijn geworden ondanks onze flinke toename in welvaart. In deze postmodernistische tijd wordt er een eenzijdige nadruk op materie en het ik gelegd (Van Egmond, 2010). Hierdoor blijven we ons bovenmatig richten op het vergaren van materiële goederen en daardoor houden we er een hoog consumptieniveau op na. Voor dit consumptieniveau moeten we hard werken, waardoor we geen tijd meer over houden voor onze familierelaties, gaat de verbondenheid en veiligheid van gemeenschappen achteruit, nemen onze egoïstische waarden toe en leggen we een grote druk op de aarde. Als wij ons meer bewust worden van de mechanismen van habituatie en sociaal vergelijken, dan debatezouden we kunnen inzien dat wanneer we ons minder richten op materiële zaken en meer op de kwaliteit van onze relaties, we ons gelukkiger zouden voelen. Dit zou ook tot gevolg hebben dat ons materiële consumptieniveau zou dalen en hierdoor zou onze samenleving duurzamer worden. Wat kunnen we met voorgaande?

Wat maakt ons gelukkig?

Het lijkt erop dat mensen niet helemaal door hebben wat hen gelukkig maakt. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen niet goed weten wat hun gelukkig maakt, bijvoorbeeld inkomen boven een bepaald niveau en uiterlijk maken ons vrijwel niet gelukkiger. Mensen denken echter wel dat ze hiervan gelukkiger worden (Lyubomirsky, 2007). Geluksstudies zouden kunnen helpen om mensen hierover te informeren. Een gevaar is dat mensen wordt opgedrongen wat hun gelukkig maakt en dat ze hun gevoel van autonomie kwijtraken. Een gepaste afstand is dan ook belangrijk. Deelname aan gelukseducatie zou dan ook vrijwillig moeten zijn. Verder zou de vraag wat een mens gelukkig maakt open moeten staan voor een constant publiek debat. Immers elke tijd legt zijn eigen accenten op de vraag wat een mens gelukkig maakt. Echter het debat zou wel openlijk moeten worden gevoerd en niet overgelaten moeten worden aan partijen, zoals de reclamewereld, die er een dubbele agenda op na houdt. Ook is maar een gedeelte van het menselijk geluk universeel. Het gedeelte van het geluk dat tussen mensen verschilt, mag zeker niet beknot worden.

Is geluk maakbaar?

Hoe zou gelukseducatie er uit kunnen zien? Het is van belang om in te zien hoe groot je invloed op jouw geluk werkelijk is. Uit onderzoeken (Lyubomirsky, 2007) naar één- en twee-eiige tweelingen kan geconcludeerd worden dat we met een bepaalde aanleg voor geluk worden geboren, die we van onze biologische ouders hebben geërfd. Uit deze onderzoeken blijkt dat 50% van ons geluk vastligt in onze genen. De ontdekking die het meest indruist tegen onze intuïtie is misschien het gegeven dat slechts 10% van de variatie in geluksniveau verklaard kan worden uit verschillen in leefomstandigheden: het doet er niet zo veel toe of we rijk of arm zijn, gezond of ongezond, mooi of lelijk, getrouwd of vrijgezel, enzovoort. De overige 40% is het meest interessant, aangezien we daar het meeste invloed op hebben. Het blijkt dat ons bewuste gedrag 40% van ons geluk bepaalt. Belangrijk is wel om in te zien dat deze verhouding ‘van oorzaken van geluk’ alleen geld voor mensen in ontwikkelde landen. Welke bewuste gedragingen kunnen ons geluk werkelijk verhogen?

happiness1

12 geluksgedragingen

Volgens Lyubomirsky (2007) bestaat er niet één magische strategie die ons allen gelukkig maakt. We hebben allemaal onze eigen behoeften, interesses, waarden, mogelijkheden en neigingen, waardoor sommige wel en andere niet geschikt voor ons zijn. Uit onderzoek blijkt (Lyubomirsky, 2007) dat onder andere de volgende 12 activiteiten mensen blijvend gelukkig kunnen maken: dankbaarheid tonen, optimisme cultiveren, niet tobben of sociaal vergelijken, vriendelijk zijn, sociale relaties koesteren, copingstrategieën ontwikkelen, leren vergeven, flow-ervaringen versterken, geniet van het leven, engagement voor je doelen, praktiseren van geloof en spiritualiteit, en zorgen voor je lichaam.

Kiezen voor geluk

We kunnen concluderen dat wanneer geluksstudies serieus genomen zouden worden, dat we ons gedrag dan minder zouden richten op het vergaren van materie, aangezien leefomstandigheden maar een kleine invloed hebben op het algehele geluk van de mens. Het gevolg zou zijn dat de hoogte van onze materiële consumptieniveau afneemt, wat er toe leidt dat ons gedrag duurzamer wordt. Kiezen voor geluk en het publieke debat hierover aangaan, kan een goede bijdrage zijn aan een duurzamere toekomst!

Workshop Effectief gelukkig werken

Ontdek waar jij gelukkig van wordt en je zult succesvol zijn. Volg een workshop Effectief gelukkig werken: bekijk deze korte film voor een korte impressie. Voor meer informatie over een in-company training klik hier. Wil jij meer weten over over hoe je gelukkiger kan werken? Neem dan vooral contact op met mij (06 212 901 84 of michiel@duurzaamgeluk.com). Ik beantwoord graag elke vraag over geluk. :)

Literatuurlijst

Egmond, van, E. (2010). Een vorm van beschaving. Zeist: Uitgeverij Christofoor.

Helliwell, J. (2003). How’s life? Combining individual and national variables to explain subjective well-being. Economic modelling, 20, 331-360.

Layard, R. (2005). Happiness, lessons from a new science. London: Penquin Books.

Lyubomirsky, S. (2008). De maakbaarheid van het geluk. Een wetenschappelijke benadering voor een gelukkig leven. Amsterdam: Uitgeverij Archipel.

Solnick, S en Hemenway, D. (1998). Is more always better? A survey on positional concerns. Journal of Economic Behaviour and Organisation, 37, 373-383.

Stern, N. (2007). The economics of climate change: the Stern review. Cambridge: Cambridge University Press.

Vinne, van der, V. (2007). De trage verbreiding van de auto in Nederland, 1896-1939. Amsterdam: De Betaafsche Leeuw.

Angst voor de Vrijheid

Ongebreideld consumentisme: Angst voor de Vrijheid

Tekst: Michiel Hobbelt (michiel@duurzaamgeluk.com)

We leven in een tijd waarin individuele vrijheid in Nederland hoog staat aangeschreven. Maar zijn wij werkelijk vrij of heeft ook deze tijd zijn eigen onvrijheden? In 1941 schreef Erich Fromm zijn boek ‘De angst voor de Vrijheid’. De menselijke geschiedenis kenmerkt zich volgens Fromm als enerzijds een voortdurende strijd voor vrijheid en als anderzijdsWhat__s_peace_without_freedom__by_Sowizo een even voortdurende vlucht voor diezelfde vrijheid. Deze vlucht uit zich in de vrijwillige onderwerping aan religieuze dogma’s en aan politieke ideologieën, in de neiging tot zinloos geweld en ook in de menselijke aandrift tot sociale aanpassing, willoos consumentisme en maatschappelijk conformisme.

Permanente ontevredenheid

De consumentenbestedingen van de gemiddelde Nederlander zijn nog nooit zo hoog geweest. Iedere paar jaar wordt het huis opnieuw ingericht, de vakanties gaan steeds verder weg en worden luxer, huizen worden steeds groter, enz. Echter deze consumptie heeft ook een keerzijde. Het is nooit goed genoeg, want er is namelijk altijd iets mooiers of beters, waardoor een permanente ontevredenheid op de loer ligt. Ook moet er voor al dit consumentisme navenant hard gewerkt worden, waardoor je vastzit in de gevangenis van het ‘moeten’ werken om te ‘moeten’ consumeren. Waarom niet minder consumeren en minder werken, waardoor je meer vrije tijd hebt? De vraag is dan ook of we het hedendaagse consumentisme kunnen beschouwen als een vlucht voor onze vrijheid?

Negatieve en positieve vrijheid

Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst begrijpen wat vrijheid is. Door onder anderen Fromm is er een onderscheid gemaakt tussen negatieve en positieve vrijheid. Negatieve vrijheid wordt in het algemeen gezien als vrijheid van externe beperkingen. Dit komt in de praktijk vaak neer op vrijheid zonder inmenging van andere mensen. Je ziet dit terug in de afnemende sociale cohesie in Nederland. Niemand wil elkaar meer een strobreed in de weg leggen (negatieve vrijheid), maar daardoor neemt de diepgang van de relaties tussen mensen af. Hierdoor raakt de positieve vrijheid van mensen in het geding. Positieve vrijheid is de mogelijkheid om je eigen potentieel te vervullen. Hierin is het belangrijk om vrij te zijn van je innerlijke beperkingen. Om je te bevrijden van deze innerlijke beperkingen heb je ook mensen nodig, namelijk in de omgang met andere mensen leer je jezelf kennen, waardoor je je innerlijke beperkingen de baas kan worden. Bij negatieve vrijheid gaat het om ‘hoeveel deuren er open staan’ voor een bepaald persoon en bij positieve vrijheid gaat het vooral om of ‘de juiste deur om de juiste redenen’ open staat voor een bepaald persoon.

Hard werken voor een droomhuis

Wanneer ben je werkelijk vrij? Negatieve vrijheid is dat niemand of iets je verhindert om, wat je ook maar wilt, te doen. Maar is dat echte vrijheid? Stel dat je jezelf als doel hebt gesteld om ooit in je eigen droomhuis te wonen. Om dit voor elkaar te krijgen, moet je erg hard werken. Eigenlijk zou je vaker met vrienden en familie leuke dingen willen doen, maar daar heb je weinig tijd voor. Je doet werk dat je niet zo leuk vindt. Liever zou je ander werk doen en minder hard werken. Maar ja, dan zou je ook minder verdienen en het je niet lukken om ooit je droomhuis te kunnen kopen. Je besluit te onderzoeken waarom Workhet wonen in je eigen droomhuis zo belangrijk voor je is. Het blijkt dat je in je jeugd in relatieve armoede hebt geleefd en dat je je schaamde voor je ouderlijk huis. Eigenlijk ben je nu dik tevreden met je huidige huis, al is het niet je droomhuis. Je besluit om ander (leuker) werk te gaan zoeken en minder te gaan werken. Hierdoor kan je meer tijd steken in vrienden en familie. Je positieve vrijheid is toegenomen, terwijl je negatieve vrijheid niet is toegenomen. Immers je bent nog steeds niet in staat om je droomhuis te kopen.

Kwaliteit van relaties

Onze samenleving is zo ingericht dat we zo veel mogelijk kansen voor elk individu willen creëren. We zijn vooral bezig om zo veel mogelijk negatieve vrijheid te creëren. Zo hoog mogelijk gemiddeld inkomen, zo’n uitgebreid mogelijk wegennet, zo snel mogelijke treindiensten, zo makkelijk mogelijk kunnen lenen, enz. zijn allemaal voorbeelden van doelen die wij ambiëren die onze negatieve vrijheid vergroten. Hier is in principe niks mis mee. Echter de vraag is of je er wat aan hebt. Het gaat namelijk ten kosten van onze positieve vrijheid. Onze samenleving lijkt veel minder ingericht om onszelf te leren kennen en zodanige keuzes te kunnen maken die bij ons passen. Vaak komen we erachter dat hele basale menselijke behoeften belangrijk voor ons zijn, zoals de kwaliteit van onze relaties. Misschien is dat ook wel niet iets waar invloedrijke spelers belang bij hebben, namelijk wanneer we onszelf zouden leren kennen, zouden we misschien tot de conclusie kunnen komen dat we al die overdadige consumptie niet meer nodig zouden hebben om een vrij en gelukkig leven te leiden.

Elk individu is uniek

Het constant benadrukken dat elk individu uniek is, zorgt ervoor dat mensen via consumptie zichzelf een identiteit denken aan te kunnen meten, waardoor goederenproducenten in staat zijn aanzienlijk meer goederen af te zetten dan voor het loutere levensonderhoud nodig zou zijn. Mensen zijn ook uniek, maar er zijn ook veel overeenkomsten tussen mensen. Misschien zijn er wel veel meer overeenkomsten dan verschillen tussen mensen. Maar onze consumptiemaatschappij vraagt van ons dat we onze maatschappelijke identiteit beschouwen als iets wat bovenal vorm kan krijgen door het verwerven van goederen en niet louter door betrekkingen van vriendschap, verwantschap en collegialiteit. Voor vriendschap moet je ‘werken’, maar vriendschap kan je niet kopen.

Balans geeft de grootste vrijheid

stone-tower-259242_640In principe is er niets mis met negatieve vrijheid. Het probleem is alleen tijd. Je kunt je tijd namelijk maar één keer ‘besteden’ en wanneer je je richt op het vergroten van je negatieve vrijheid, kan je niet bezig zijn met het vergroten van je positieve vrijheid. Negatieve vrijheid kan men eigenlijk zien als het vergroten van je vrijheid in de materiële wereld en positieve vrijheid als het vergroten van je innerlijke vrijheid. Klaas van Egmond (2010) geeft aan dat wanneer men de juiste balans vindt tussen materie en immaterie (en tussen het ik en de ander), men de grootst mogelijke vrijheid ervaart. Een balans tussen positieve (innerlijke) vrijheid en negatieve (materiële) vrijheid zorgt voor de grootst mogelijke vrijheid voor de mens.

Kiezen als last

Een goed voorbeeld van het uit balans zijn van positieve en negatieve vrijheid in onze samenleving is het fenomeen van ‘het dertigersdilemma’, beschreven door Nienke Wijnants (2010). Hedendaagse dertigers in Nederland komen steeds vaker in een crisis terecht door de vele keuzemogelijkheden (negatieve vrijheid). Ze kunnen niet kiezen en ervaren de vele keuzemogelijkheden als een last. Ze zijn hun hele leven bezig geweest (aangemoedigd door de heersende waarden en normen) om zo veel mogelijk kansen te creëren, maar doordat ze nooit de tijd hebben genomen om zichzelf te leren kennen, zijn ze niet in staat om een keuze te maken die bij hun past. In principe is een zo groot mogelijke negatieve vrijheid pas een verdienste als men ook daadwerkelijk een geschikte keuze kan maken (positieve vrijheid).

freedom_2_by_sevCANNMeer vrijheid is mogelijk

Om terug te komen op de vraag of het hedendaagse consumentisme ons beperkt in onze vrijheid, kan geconcludeerd worden dat we ons te veel richten op het vergroten van onze negatieve vrijheid. Doordat we maar een beperkte hoeveelheid tijd tot onze beschikking hebben, gaat dit ten koste van onze positieve vrijheid. Deze eenzijdige nadruk op negatieve vrijheid zorgt ervoor dat we minder vrij zijn dan we zouden kunnen zijn.

Workshop Effectief gelukkig werken

Ontdek waar jij gelukkig van wordt en je zult succesvol zijn. Volg een workshop Effectief gelukkig werken: bekijk deze korte film voor een korte impressie. Voor meer informatie over een in-company training klik hier. Wil jij meer weten over over hoe je gelukkiger kan werken? Neem dan vooral contact op met mij (06 212 901 84 of michiel@duurzaamgeluk.com). Ik beantwoord graag elke vraag over geluk. :)

 

Symposium Geluk!

Op 31 januari 2009 heb ik als masterstage voor mijn studie Sociale Psychologie een symposium over geluk georganiseerd aan de Universiteit van Amsterdam. In Trouw is er een redactioneel stuk geplaatst: Nieuw op de politieke agenda: geluk

Sprekers:

  • Dr. Valérie Deprycker, Geluk op de politieke agenda? Pro’s en contra’s!
  • Professor Ruut Veenhoven, Kan Nederland gelukkiger?
  • Professor Arnold Heertje, Economie en welvaart!
  • Professor Henk Barendregt, ‘Onvoorwaardelijk’ geluk!
  • Schrijver Willem de Ridder, Het complete leven durven accepteren!
  • Toenmalig politiek leider van Groenlinks Femke Halsema, Geluk, voorbij de hyperconsumptie, haast en hufterigheid.
  • Toenmalig Tweede-Kamerlid Mei-Li Vos PvdA, De staat en ons geluk. De staat van ons geluk?
  • Tweede-Kamerlid Stef Blok VVD, Het Paradijs op Aarde…?
  • Politiek leider Lea Manders Partij voor Mens en Spirit, Op weg naar Bruto Nationaal Geluk!